Programmaonderdeel en doelen

Reserves

Portefeuillehouder

H.J. Hofstra

Middelen

7.5 Reserves

Rekening 2021

Begroting 2022 na wijziging

Begroting 2023

Begroting 2024

Begroting 2025

Begroting 2026

Lasten

46.883

48.917

32.107

20.537

19.379

19.110

Baten

-45.664

-51.024

-40.173

-20.899

-17.188

-11.804

Saldo

1.219

-2.108

-8.066

-362

2.191

7.306

Kader (saldo voor PN 23-26)

-20.952

-11.415

1.980

732

639

Zomernota 2022

18.845

5

-2.383

0

0

Perspectiefnota 2023-2026

0

-587

-427

38

38

Kader

-2.108

-11.996

-829

770

678

Verschil t.o.v. kader

3.931

467

1.421

6.629

1

Algemene reserve

-2.300

0

0

0

2

Brede Bestemmingsreserve

567

-273

72

4.155

3

Egal. res. activ. vervangingsinv.

-100

-24

237

-206

4

Flevoland Natuurinclusief

-900

-100

-100

0

5

GLB

8.180

430

430

430

6

Mobiliteit

713

778

829

653

7

Nieuwe Natuur

-500

150

137

137

8

POP

-430

-430

-199

1.380

9

Regiodeal Noordelijk Flevoland

-1.318

-79

0

0

Overig

18

15

15

80

x € 1.000

Toelichting

In bijlage B is per reserve een specificatie opgenomen van de geraamde stortingen en onttrekkingen in het jaar 2023. Onderstaand zijn op hoofdlijnen de mutaties ten opzichte van het financieel kader toegelicht.

1. Algemene reserve
Op basis van de risico inschatting en de begrote omvang van de weerstandscapaciteit (waaronder de 'Algemene reserve') is de weerstandsratio 2,3. Volgens de 'Nota Risico en Weerstandsvermogen 2021' is de maximale ratio 2,0. Op basis hiervan is het saldo van de 'Algemene reserve' afgeroomd ten gunste van het ongeoormerkte deel van de 'Brede Bestemmingsreserve'.
2. Brede Bestemmingsreserve
Het verschil ten opzichte van het kader voor 2023 wordt met name veroorzaakt door de volgende posten:

  • Voor NP Nieuw Land en Motie Koerhuis zijn subsidies beschikbaar gesteld die vanuit de 'Brede Bestemmingsreserve' wordt gedekt. Het toerekenen van de lasten aan de boekjaren (volgens de verslaggevingsregels) wijkt af van de initiële begroting, waardoor in 2023 een aanvullende onttrekking is begroot van € 1,440 mln.
  • Vanuit de 'Brede bestemmingsreserve' is € 0,273 mln. beschikbaar voor de contrafinanciering van GLB water projecten (zie programmaonderdeel 2.2);
  • Voor het project 'Oostvaardersoevers' is € 4 mln. gereserveerd en dit bedrag is opgenomen in de begroting, jaarschijf  2025. In de raming 2026 komt dat bedrag te vervallen, aangezien dit alleen voor 2025 van toepassing is (zie programmaonderdeel 2.2);
  • Het afromen van de 'Algemene reserve' komt ten gunste van het ongeoormerkte deel de 'Brede Bestemmingsreserve'.

3. Egalisatiereserve vervangingsinvesteringen infrastructuur
Deze reserve heeft betrekking op de instandhouding van bestaande provinciale infrastructuur op de afgesproken kwaliteitsniveaus (zie ook programmaonderdeel 6.3). De budgetten voor het jaarlijks onderhoud zijn aangepast op basis van actuele inzichten, zoals ook opgenomen in de Strategische Uitvoeringsplannen (SUP 2.0). Dit wordt gedekt uit deze reserve, waarvoor in de reserve voldoende vrije middelen beschikbaar zijn. Het restant van de mutatie betreft wijzigingen in de kapitaallasten die voortvloeien uit de geactualiseerde Activastaat 2023-2026, gebaseerd op de huidige bestedings- en investeringsplannen.
4. Flevoland Natuurinclusief
Voor het onderwerp 'Vermaatschappelijking' binnen het programma 'Flevoland Natuurinclusief' zijn middelen geraamd, welke worden gedekt vanuit de reserve 'Flevoland Natuurinclusief' (zie programmaonderdeel 2.2).
5. GLB
De eerste vertaalslag van het GLB voor Flevoland laat zien dat er € 7,75 mln. (over de periode 2023-2027) aan cofinanciering vanuit de provincie benodigd is. Binnen de begroting is hiertoe een nieuwe bestemmingsreserve 'GLB' ingesteld en hierin wordt € 7,75 mln. gestort ten laste van de stelpost ‘Nieuw beleid’.
6. Mobiliteit
Als gevolg van autonome ontwikkelingen wordt de begrotingspost 'Openbaar streekvervoer' in 2023 met € 0,41 mln. naar boven bijgesteld (zie programmaonderdeel 6.1). Het nadeel wordt verrekend met de jaarlijkse storting in de bestemmingsreserve 'Mobiliteit'. Dit nadeel wordt volledig veroorzaakt door een stijging van de exploitatielasten (ontwikkeling Landelijke Bijdrage-Index, waarvan de nadelige effecten structureel doorwerken).
7. Nieuwe natuur
Vanuit het programma 'Nieuwe Natuur' worden nog bijdragen verstrekt aan de projecten 'Oostvaarderplassen', 'Eemvallei Zuid', 'Kop van het Horsterwold', 'Oostkant Dronten' en 'Swifterpark'. De totale omvang daarvan is circa € 5,6 mln. Daarvan wordt € 3,22 mln. verrekend met vooruit ontvangen bijdragen van het Rijk voor boscompensatie (baten) en komt € 2,38 mln. ten laste van reserve 'Nieuwe Natuur'. Daarvan heeft per saldo € 0,5 mln. betrekking op 2023 (zie programmaonderdeel 2.2).
8. p-MJP/POP
Voor de cofinanciering van het POP programma is in het begrotingskader een jaarlijks gelijk bedrag opgenomen van € 0,43 mln. per jaar. De lasten voor de cofinanciering POP3/3+ worden gedekt uit de reserve 'POP' en moeten worden toegerekend aan de jaren waarin de projecten zijn gerealiseerd. Het laatste jaar van afrekening van POP3/3+ is 2025 zodat tot en met 2025 alle beschikbare middelen vanuit de reserve 'POP' op de begroting zijn gezet (zie programmaonderdeel 2.2).
9. Regiodeal Noordelijk Flevoland
Op basis van de voortgang van het programma zijn de verwachte bestedingen voor 2023 en 2024 geactualiseerd. Het betreft het laatste deel van de totale middelen van € 7,5 mln.  De middelen zijn beschikbaar binnen de reserve 'Regiodeal Noordelijk Flevoland' (zie programmaonderdeel 3.2).

x € 1.000
Lasten € 32.107
Baten € -40.173
Saldo € -8.066
Deze pagina is gebouwd op 09/30/2022 16:28:06 met de export van 09/30/2022 15:00:08