Tijdens de behandeling van de Perspectiefnota 2023-2026 in de vergadering van PS van 29 juni 2022 zijn vier moties en één amendement aangenomen. Hieronder is de inhoud van de aangenomen moties en amendementen toegelicht.
Motie 3 - Prioriteit bij uitvoering Flevolandse Aanpak Stikstof en gebiedsgerichte aanpak
Inhoud | Directe fin. consequenties | Toelichting bij de begroting |
---|
Dragen het college op: - Conform de vastgestelde Flevolandse aanpak Stikstof (FAS) te blijven werken;
- Met het Rijk te verkennen of de opgelegde reductiedoelstelling (24%) voor Flevoland leidend blijft;
- Vooralsnog vast te houden aan de eigen gebiedsgerichte aanpak voor het halen van de doelen zoals beschreven in de FAS;
- De PAS-melders met prioriteit helpen te legaliseren vanuit de hiervoor bestemde stikstofbank, en voor de daarvoor benodigde (voor)financiering een schriftelijk verzoek in te dienen bij de minister.
Constaterende dat: - Het kabinet onlangs haar plannen ontvouwde om te komen tot een landelijke reductie van stikstofemissie, waarvoor een opgave ligt bij de provincies;
- Er dankzij onduidelijk kaartmateriaal landelijk en provinciaal onrust is ontstaan over de wijze waarop deze opgave moet plaatsvinden;
- De provincie Flevoland na het vaststellen door PS van de Flevolandse Aanpak Stikstof (FAS) de eerste stappen al heeft gezet naar een gebiedsgerichte aanpak in Noordoostpolder.
Overwegende dat: - De kaart op pagina 23 van de Startnotitie Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) een kaart is van het Rijk en niet bindend is, en conform uitspraken van de minister 'een praatplaat' is;
- Flevoland de laagste opgave heeft van Nederland.
- De stikstofreductie kan worden bereikt op verschillende manieren, bijvoorbeeld door innovatie, extensivering, verplaatsing e.d.;
- In Flevoland reeds is gestart met een (logisch) gebiedsproces gericht op reductie van de depositie nabij stikstofgevoelige natuur;
- Flevoland de agrarische sector en de PAS-melders ook daadwerkelijk perspectief wil bieden.
| Geen. | PS worden geregeld op de hoogte gebracht over de voortgang van de gebiedsgerichte aanpak en de voortgang van de legalisatie van de 'PASmelders'. |
---|
Motie 8 - Onderzoeken Pilots naar toekomstbestendig en vraaggericht OV aanbod
Inhoud | Directe fin. consequenties | Toelichting bij de begroting |
---|
Dragen het college op: - Te onderzoeken welke pilots omtrent toekomstbestendige en vraaggerichte OV of andere oplossingen er in de gemeente Urk en de gemeente Dronten gestart kunnen worden ter vervanging van de afgeschaalde OV dienstregelingen tot aan het moment dat de nieuwe OV concessiehouder EBS eind 2023 haar nieuwe OV dienstverlening start;
- De kosten van dergelijke pilots of oplossingen in kaart te brengen en aan PS voor te leggen.
Constaterende dat: - Door de coronacrisis er een enorme terugval is geweest in OV reizigersaantallen;
- Dit heeft geleid tot een situatie waarbij een aantal Flevolandse OV dienstlijnen in de gemeente Urk (buslijn 149) en in de gemeente Dronten (Buslijnen 163, 164, 21 en 22) zijn afgeschaald of wegbezuinigd;
- De provincie Flevoland van het Rijk tot eind 2022 de beschikbaarheidsvergoeding OV (BVOV) ontvangt om de OV verliezen te compenseren;
- De nieuwe OV concessiehouder EBS pas eind 2023 volgens de nieuwe OV dienstregeling gaat rijden in Flevoland;
- Met name doelgroepen die niet naar alternatieve manieren van vervoer kunnen overschakelen, zoals studenten en scholieren, nu de dupe dreigen te worden van de afschaling van het OV aanbod.
Overwegende dat: - Kernboodschap in het programma 'Mobiliteit en Ruimte' aangeeft dat wij als Provincie Flevoland ook de kleine kernen in onze provincie willen ontsluiten en het gebruik van het Openbaar Vervoer willen stimuleren;
- Acceptabele OV verbindingen naar onze Provinciehoofdstad Lelystad ontwikkeling en bedrijvigheid tussen de gemeenten in Flevoland kan bevorderen;
- Goede OV verbindingen cruciaal zijn voor de leefbaarheid van een gebied;
- Flevoland uitblinkt in haar pioneersgeest en bereidheid om innovatie te omarmen;
- Vraaggerichte OV een prima toekomstgerichte oplossing kan zijn.
| Geen. | Op 5 september is in het portefeullehoudersoverleg (PO) van mobiliteit een ambtelijk advies gegeven over de mogelijkheden om de motie op te volgen. Binnen een maand zal GS via een mededeling PS informeren. |
---|
Motie 18 - Boerenmolens
Inhoud | Directe fin. consequenties | Toelichting bij de begroting |
---|
Verzoeken het college: - Te onderzoeken of het verhogen van de toegestane tiphoogte voor boerenmolens, zijnde de gedefinieerde kleine molens uit de omgevingsverordening, op erven in het landelijk gebied (bedoeld alleen voor opwek voor eigen gebruik) haalbaar is tot 22 meter binnen de kaders zoals omschreven in de landschapsvisie;
- Te onderzoeken of hierbij ten behoeve van o.a. de landschappelijke inpassing, geluidsproductie en slagschaduw op de directe omgeving van het betreffende perceel een onderbouwend advies / onderzoek verplicht kan worden gesteld;
- Te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn om hiervoor verticale molens in te zetten, waarbij in ieder geval wordt gekeken naar het effect op de landschappelijke inpassing en de energieneutraliteit in vergelijking met de traditionele windmolens;
- In overleg te treden met de gemeentes in Flevoland om de veranderingen binnen het kader van de omgevingsverordening door te vertalen in de gemeentelijke kaders en de wijze waarop inwoners over deze ontwikkeling tijdig worden geïnformeerd.
Constaterende dat: - In het omgevingsprogramma en de omgevingsverordening de toegestane hoogte van windmolens op erven in het landelijk gebied staan beschreven, namelijk met een tiphoogte van maximaal 15 meter vanaf maaiveld.
Overwegende dat: - Er in de praktijk nauwelijks gebruik gemaakt wordt van deze mogelijkheid om de energie balans op erven (vaak in combinatie met zonne-energie) neutraal te krijgen. Mede omdat de hoogte van de molens ontoereikend is om voldoende energie op te wekken voor een energie neutraal boerenbedrijf;
- Er veel belangstelling bestaat voor het realiseren van hogere molens (van 22 meter) om zodoende wel te komen tot energie neutraliteit;
- Ontwikkelingen passend moeten zijn binnen de kaders zoals omschreven in de landschapsvisie;
- Hogere windmolens op boerenerven mogelijk impact kunnen hebben op het landschap van Flevolanden de directe omgeving van de percelen waar de molen komt te staan.
| Geen. | Een overleg met gemeenten om hun zicht op dit vraagstuk te bespreken, staat gepland. |
---|
Motie 19 - Niet ‘meer’ windmolens in Flevoland
Inhoud | Directe fin. consequenties | Toelichting bij de begroting |
---|
Dragen het college op: - Het projectplan ‘opschalen en saneren windmolen gebied West’ aan PS voor te leggen;
- De omgevingsverordening aan te passen waarbij nieuwe windmolens, met uitzondering van de kleine windmolens voor zover hij in het landelijk gebied op een (voormalig agrarisch) bouwperceel staat, in Flevoland worden uitgesloten.
- Provinciale Staten in de eerstvolgende vergadering een besluit voor te leggen waarbij tot het moment van besluitvorming van nieuwe kaderstelling geen medewerking wordt verleend aan de vestiging van nieuwe windparken.
Constaterende dat: - Het Regioplan Windenergie kaders geeft op opschalen en saneren, hiermee wordt het aantal molens
- gehalveerd;
- Flevoland 5,81 TWh (16,6%) als RES 1.0 bod levert;
- Flevoland hiermee een koploper positie inneemt ten opzicht van de andere RES-regio’s;
- Het Flevolands RES-bod hoofdzakelijk bestaat uit grootschalige opwekking van wind en zon;
- De perspectiefnota richting geeft om ‘meer’ windmolens in Flevoland te plaatse.
Overwegende dat: - Flevoland met het RES 1.0 bod ruim voldoende verantwoordelijkheid neemt;
- Hiervoor zeer grote windparken dicht bij de leefomgeving worden gesitueerd;
- Flevoland een ruimtelijke opgave heeft voor woningbouw, bedrijvenparken en landbouw;
- Gewaakt moet worden dat deze opgaven niet geblokkeerd worden door nieuwe windplan ambities;
- Duidelijke kaders aan toekomstige RES-bijdrage worden gegeven;
- De windplannen voor de projectgebieden Zuid, Oost en Noord zijn/worden uitgevoerd, windplan West in voorbereiding is en als laatste volgt;
- Niet meer nieuwe windparken in Flevoland te creëren.
| Geen. | De komende maanden wordt onderzocht hoe de motie uitgevoerd wordt. |
---|
Amendement C - Geen indexatie MRB in 2023
Inhoud | Directe fin. consequenties | Toelichting bij de begroting |
---|
In de begroting 2023 eenmalig de gebruikelijke indexatie van de MRB met 1% niet toe te passen. Toelichting: De inflatie is zeer hoog op dit moment, tegelijkertijd zien we een positief beeld van de Flevolandse financiën. Zowel het jaarresultaat 2021 als de Zomernota 2022 laten een ruim positief financieel resultaat zien. Dit biedt ons de mogelijkheid om de Flevolandse inwoners tegemoet te komen en de indexatie van de MRB eenmalig niet toe te passen. | De financiële effecten zijn in de stelpost ‘Nieuw beleid’ opgenomen (zie hiervoor onderdeel ‘IV Financiële begroting’). | Wij hebben de omvang van de opcenten Motorrijtuigenbelasting bepaald op basis van het tarief gelijk aan 2022. Voor het meerjarige verloop zijn wij vanaf 2024 uitgegaan van een rekenkundige stijging van 1% per jaar. |
---|