1.2 Grondslagen waarop de ramingen zijn gebaseerd
De baten, lasten en financiële positie voor de periode 2023-2026 zijn geraamd op basis van de grondslagen in tabel 1.12.
Tabel 1.12: Rekenvariabelen
2023 | 2024 | 2025 | 2026 | |
Loon- en prijsontwikkelingen (bron: CEP): | ||||
* Goederen en diensten (inkoop), investeringen | 4,1 | 2,3 | 2,4 | 2,4 |
* Subsidies (instellingen) o.b.v. gemiddelden | 4,6 | 3,0 | 3,4 | 3,3 |
* Salarissen | 4,8 | 3,3 | 3,9 | 3,8 |
Rente (gemiddelden): | ||||
* Uitzettingen (schatkistbankieren) | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% |
* Uitzettingen (leningen gemeenten) | 0,5% | 0,5% | 0,4% | 0,0% |
* Uitzettingen (leningen uit publieke taak) | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% |
Overige: | ||||
* Indexering MRB | 0% | 1% | 1% | 1% |
* Voertuigbestand voor MRB | Juli 2022 | Juli 2022 | Juli 2022 | Juli 2022 |
* Circulaire provinciefonds | Mei 2022 | Mei 2022 | Mei 2022 | Mei 2022 |
De loon- en prijsontwikkelingen zijn gebaseerd op het Centraal Economisch Plan (CEP) 2022 van het Centraal Planbureau (CPB). De ramingen voor de jaren 2023-2026 zijn gebaseerd op het veronderstelde prijspeil van 2023 en voor de salarissen op de CAO 2022-2023. Voor prijsstijgingen in latere jaren is een stelpost 'Loon- en prijsontwikkelingen' opgenomen.